Het Hodgkin-lymfoom – beter bekend als de Ziekte van Hodgkin komt vrij weinig voor. Per jaar wordt in Nederland bij ongeveer 350 mensen Hodgkin vastgesteld. De ziekte komt relatief vaak voor bij mensen tussen de 20 en 35 jaar en boven de 50 jaar. Bij mannen komt de ziekte iets vaker voor dan bij vrouwen.
Hodgkin is een vorm van kanker van het lymfestelsel. Bij deze ziekte treedt abnormale celgroei op van lymfocyten. Deze afwijkende lymfkliercellen werden al in 1832 beschreven door de Engelse arts Thomas Hodgkin. Op grond van die kenmerkende Hodgkincel onderscheidt de ziekte zich van andere soorten lymfklierkanker, die de verzamelnaam non-Hodgkin-lymfomen hebben. Alle soorten lymfklierkanker samen, dus zowel Hodgkin als non-Hodgkin, worden maligne lymfomen (maligne = kwaadaardig) genoemd.
Ongeveer 15% van de maligne lymfomen zijn Hodgkin-lymfomen. Bij Hodgkin worden de lymfeklieren groter door ongeremde deling van de lymfocyten. Dit heeft tot gevolg dat de lymfocyten niet meer goed kunnen functioneren. Hierdoor verliest het lichaam een deel van zijn afweer tegen virussen en bacteriën, en kunnen makkelijker infecties ontstaan. De ziekte ontstaat meestal in een lymfeklier. In een enkel geval ontstaat de ziekte elders in het lymfe-stelsel, bijvoorbeeld in het lymfeweefsel in de milt, in de lever of in het beenmerg.